Het ene moment is het -32 en de dag erop is het bijna 0 graden.
Zo komt er ook heel veel sneeuw en horen we dat ze na 1994 niet meer zo veel sneeuw hebben gehad. Het waait ook regelmatig en meerdere malen zo heftig dat je van een storm kunt spreken.
Aangezien ik heel veel tandpijn heb kan ik donderdag 11 januari terecht bij de tandarts in Os. Femke gaat mee en ik hoef gelukkig niet lang te wachten. De tandarts maakt foto's maar daar is niets op te zien waar de tandpijn vandaan zou kunnen komen. Ze maakt een en ander schoon en stuurt me terug naar huis. Bij blijvende tandpijn moet ik bellen en kan ik terug komen.
Als we terugrijden wordt de pijn al weer heviger en zakt dan weer wat. We rijden door naar Tynset en ik neem wat paracetamolletjes voor de pijn.
De volgende dag is er weer een spoedafspraak bij de tandarts en deze keer gaat Peter mee. Zoals afgesproken wordt de kies, waarvan we aannemen dat die de pijn veroorzaakt, getrokken. Dat is dus de tweede op een par maanden tijd.
Daarna rijden we naar Alvdal alwaar we een afspraak hebben voor een proefrit met een Isuzu pick-up. Het is een bakbeest van een auto en het is ook klimmen om er in te komen. We rijden wat rond en besluiten om te gaan kijken bij het nieuwe huis van Linda en Andre.
We krijgen een rondleiding en we zijn het er over eens. Wat een mooi huis hebben ze gekocht.
Daarna terug naar de Isuzu garage alwaar we wat informatie meekrijgen zodat we een en ander thuis kunnen bekijken.
Daarna naar de Coop en weer naar huis. Lang leve de paracetamol want de napijn is heftig.
Zondag 14 januari komen Eli en Anne met Saar op visite. Het is dan al begonnen met waaien maar ze komen gelukkig goed bij ons aan. Saar en Beer spelen even samen buiten maar door de koude wind vinden ze het geen van tweeën echt leuk. Dus komt Beer binnen en gaat Saar terug in de auto. De sneeuw vliegt om het huis en je ziet af en toe helemaal niets. Eli en Anne besluiten om op tijd naar huis te gaan en wij zeggen dan: bel als er iets niet goed gaat. We zien ze wegrijden en even later gaat de telefoon. Ze staan vast net voorbij de hut en zodoende bellen we Erik en die gaat er met de tractor naartoe. Peter loopt ernaartoe en komt net aan als ze al weer wegrijden. Gelukkig goed afgelopen.
Hierdoor ligt ons huis en stal te midden van een heleboel sneeuw.
Vrijdag 19 januari heeft Erik een pad gemaakt naar de hundegård en dan kunnen wij zo danig gaan graven dat Cissa en Beer er weer in kunnen.
Het komt er dus op neer dat Peter via een trapje op de hundegård gaat zitten en zich dan erin laat vallen. Dan kan hij de sneeuw weg scheppen bij de deur en dan kunnen de honden er weer in.
En dan wordt het graven naar de botten die onder een laag sneeuw liggen.
Zaterdag 20 januari rijden Peter en ik met de aanhangwagen naar Tynset alwaar we Linda en Andre gaan helpen met de verhuis. Het is glad en vooral op de weg van Tolga naar Tynset is het vervelend rijden. Nico en Ineke komen net na ons aan en dan beginnen we alvast in te laden. Even later komen er ook twee mensen van het Rode Kruis helpen en zij hebben een grote dichte aanhangwagen bij.
Zo rijden we volgeladen naar het nieuwe huis en we komen, ondanks de gladde oprijlaan, goed boven. Andre heeft minder geluk, hij blijft steken en moet geholpen worden,
Alles wordt uitgeladen en na een kop koffie met een heerlijk appelgebak dan rijden ze weer naar het oude huis. Linda, Ineke en ik blijven in het nieuwe huis en daar waren Niels en Tygo ook al. Ineke heeft heerlijke soep gemaakt en die wordt verorberd als iedereen weer terug is. Daarna rijden Peter en ik weer op huis aan en omdat we die ochtend al met moeite door de dikke laag sneeuw op ons weggetje hadden kunnen komen, zijn we blij dat Erik ons weggetje nu net heeft schoon gemaakt.
Maandag 22 januari schijnt het zonnetje.
Woensdag 24 januari sneeuwt en stormt het weer maar we rijden toch naar Øversjødalen. Ik heb wafels gebakken want ik ben samen met Elna aan de beurt voor het lekkers bij de koffie. Als we daar aankomen zijn de soldaten er weer voor de jaarlijkse winteroefening. Ik hoor dat er zeven Nederlanders bij zijn en ik praat er met eentje.
Om acht uur gaan Peter en ik naar Jan en Inger zodat ik samen met Jan Oddbjørn de boekhouding na kan kijken van het Samfunnshus. Daarna drinken we nog wat en tegen half elf rijden we naar huis.
Het sneeuwt en het stormt en op sommige stukken moeten we gewoon stil staan omdat we niets zien. Op de heenweg was onze oprit al voorzien van wat sneeuwduinen maar daar waren we goed doorheen gekomen. Als we nu bij het begin van het weggetje aankomen denkt Peter dat het wel zal gaan, maar nee we komen gewoon helemaal vast te zitten op de weg. De sneeuw is zo diep dat we niet meer voor of achteruit kunnen. We proberen Erik te bellen maar dat lukt niet. Dus de auto uit en elkaar stevig vasthoudend gaan we ploegend door de sneeuw op huis aan. Ik duik bijna gelijk voorover in de sneeuw en heb moeite om overeind te komen maar gelukkig helpt Peter me.
Als we binnen zijn belt Erik ons terug en hij beloofd om de volgende morgen te komen om ons te helpen.
Zo ploeteren Peter en ik donderdagmorgen weer naar de auto en dan komt Erik er ook net aan. De tractor moet heel wat sneeuw verzetten maar het lukt en daarna kan hij ons lostrekken.
Hij passeert ons en maakt de boel weer berijdbaar zodat wij de auto naar huis kunnen brengen. Die dag proberen we zo goed als het kan om alle sneeuw uit de wielkassen te halen en dan mag hij weer in de garage.
Vrijdag en zaterdag overdag is het mooi weer en kunnen Beer en Cissa weer lekker spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten